In de mond blijven etensresten, vermengd met speeksel, achter op de tanden. Dit noemen we tandplak. In dat tandplak zitten heel veel bacteriën, die je niet met het blote oog kunt zien. Deze bacteriën zetten de suiker uit de etensresten om in zuur. Dat zuur kan gaatjes maken in het tandglazuur. Als dat gebeurt, gaat een tand pijn doen. Het is dan verstandig om snel naar de tandarts te gaan, zodat het gaatje gevuld kan worden voor het groter wordt.
Daarom is het heel belangrijk tanden goed te verzorgen. Dit kan door:
- goed poetsen
In ieder geval 2 x per dag, ’s avonds voor je naar bed gaat en ’s morgens na het ontbijt. Liever ook nog een keer na de lunch.
- weinig suiker eten en niet teveel eetmomenten op de dag
Eet veel fruit, speltbrood, noten en groenten. Eet weinig snoep en drink zo min mogelijk zoete dranken. Hier zit namelijk veel suiker in. Als je toch een snoepje wilt eten, doe je dit het beste vlak na een maaltijd, dan zijn je tanden toch al vies. Daarna poets je je tanden. Zorg dat je nadat je je tanden hebt gepoetst, een paar uur niets eet, zodat je tanden schoon blijven en zich geen gaatjes kunnen vormen.
Poetsen doe je het beste met een elektrische tandenborstel. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat een elektrische borstel het gebit beter schoon krijgt. De borstel maakt snellere en meer verschillende bewegingen. Na 2 minuten is 95% van het tandplak weg. Elektrisch poetsen geeft bovendien minder druk op het tandvlees, waardoor dat minder snel beschadigd. Na het poetsen hoef je niet per se na te spoelen met water. Het is beter om alleen de tandpasta uit te spugen, zodat de fluoride nog even kan doorwerken. Wil je toch spoelen, doe dit dan met lauwwarm water, zodat de bacteriën gedood worden. Het is niet nodig om veel tandpasta te gebruiken, de grootte van een erwt is al voldoende. Poets vooral goed bij het randje van het tandvlees, daar blijft de meeste tandplak tussen zitten.